Het Omgevingsplan regelt gedetailleerd voor welke functies gronden en gebouwen gebruikt mogen worden. Daarnaast regelt het waar en tot hoe hoog gebouwd mag worden. Hieronder volgt een beschrijving van het ontwerp en de procedure rond de totstandkoming van een Omgevingsplan.
Omgevingsplan
Het Omgevingsplan is een belangrijk plan. Het is namelijk een bindend plan voor zowel overheid als burgers. De provincie en de gemeenteraad stellen elk hun omgevingsplan vast.
Het omgevingsplan bestaat uit 3 onderdelen:
de toelichting: een beschrijving van de visie of voorgenomen ontwikkeling en de ruimtelijke onderbouwing;
de regels: de planregels voor gebruik en bouwen;
de verbeelding: kaartmateriaal waarin het gebied en de functies van het gebied worden aangeduid.
Voor een uitgebreide beschrijving over het omgevingsplan kunt u terecht op de iplo.nl.
Procedure
De procedure voor een omgevingsplan bestaat uit twee delen: de voorbereiding en de wettelijke procedure.
Tijdens de voorbereiding kan een Nota van Uitgangspunten of ander visiedocument opgesteld worden. Dit is niet verplicht. Tijdens de voorbereiding dienen wel de noodzakelijke onderzoeken voor de ruimtelijke onderbouwing uitgevoerd te worden.
De wettelijke procedure start met participatie. Deze fase is verplicht, maar er zijn geen duidelijke regels voor. Op basis van de uitkomsten van deze fase komt de provincie, of gemeente tot een ontwerpomgevingsplan. Dit ontwerpomgevingsplan legt de gemeente ter inzage gedurende zes weken. Deze fase is verplicht en wordt gezien als start van de officiële procedure. Tijdens deze termijn kan iedereen een zienswijze op het plan indienen. De gemeente reageert op deze zienswijzen door middel van het opstellen van een Nota van beantwoording/Nota zienswijzen. Vervolgens wordt het omgevingsplan op basis van deze nota (gewijzigd) vastgesteld door de gemeenteraad.
Personen die een zienswijze hebben ingediend en niet tevreden zijn met de verwerking hiervan, kunnen vervolgens beroep indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de hoogste bestuursrechter in Nederland). Van belang hierbij is dat:
u belanghebbende bent;
er alleen beroep ingediend kan worden door personen die een zienswijze hebben ingediend;
de Raad van State voornamelijk kijkt of er geen procedurefouten gemaakt zijn, of alle onderzoeken uitgevoerd zijn en of alle belangen meegewogen zijn. De Raad van State maakt geen inhoudelijke keuzes.
In onderstaand schema is de procedure van het Omgevingsplan weergegeven.
Aanvragen Omgevingsvergunning
Een omgevingsvergunning vraagt men aan via het Omgevingsloket. Op deze website kan men tevens een vergunningscheck doen om te achterhalen of men voor de voorgenomen werkzaamheden een vergunning nodig heeft.
Men kan een omgevingsvergunning op verschillende manieren indienen:
als één omgevingsvergunning voor alle activiteiten in het project;
met meerdere (deel)vergunningen die los van elkaar worden aangevraagd;
in twee fasen waarbij een splitsing gemaakt wordt tussen bijvoorbeeld de ruimtelijke activiteiten (fase 1) en de aspecten bouwen en milieu (fase 2).
Voor omgevingsvergunningen gelden twee procedures: de reguliere en uitgebreide procedure.
Bij de reguliere procedure moet het bevoegd gezag binnen 8 weken een beslissing nemen. Nadat de beschikking is afgegeven, kan men bezwaar indienen bij de gemeente. Indien men niet akkoord is met de uitspraak in het bezwaarschrift, kan beroep ingediend worden bij de Rechtbank en daarna hoger beroep bij de Raad van State.
In hoofdstuk 16 van de Omgevingswet en artikel 10.24 van het omgevingsbesluit staat wanneer men de uitgebreide procedure (afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht) moet volgen.
Via de uitgebreide procedure kan de beslistermijn 6 maanden duren. Dit is inclusief een terinzagelegging van het ontwerpbesluit gedurende 6 weken. Na het verlenen van de beschikking kan men in beroep gaan bij de Rechtbank. Daarna staat nog de mogelijkheid open om in hoger beroep te gaan bij de Raad van State.