Wat kan waterstof betekenen voor de Utrechtse energietransitie?
juli 5, 2019
Wat kan waterstof betekenen voor de Utrechtse energietransitie?
Waterstof wordt vaak gezien als dé oplossing voor onze energiebehoefte. Maar hoe zit het nou echt? Gaat waterstof onze huizen verwarmen in de toekomst? De Regionale Energiealliantie (REA), waarbij ook de NMU is aangesloten, organiseerde op 21 juni in een kennissessie over dit onderwerp voor ambtenaren en bestuurders uit de provincie Utrecht. Doel was om hen op weg te helpen in het ontwikkelen van een warmtevisie.
De kennissessie vond plaats bij de Green Village: een proeftuin en ‘vrijstaat’ in Delft waar men allerhande innovatieve duurzame oplossingen test. Het is een regelvrije zone onder de Crisis en Herstelwet, waardoor hier allerlei experimenten mogelijk zijn – onder andere met waterstof.
Prof. Zofia Lukszo (TU Delft) ziet in waterstof mogelijkheden om de benodigde flexibiliteit in het toekomstige energiesysteem te kunnen ondersteunen. Bovendien liggen de gasleidingen er al en kun je met waterstof makkelijk verschillende sectoren aan elkaar koppelen. Voorbeelden zijn een waterstofwindturbine die waterstof maakt voor de industrie, en een waterstofauto die stroom levert aan een huishouden.
Denk er wel om dat waterstof geen primaire warmtebron is, waarschuwde dr.ir. Sabine Jansen (TU Delft). Volgens haar gaat het niet lukken om in Nederland de elektriciteit duurzaam op te wekken die nodig is om al onze gebouwen te voorzien van waterstof. Dus nee, voorlopig geen basisenergiedrager. Het kan wel een goede manier zijn om piekvermogen te leveren. Wat leidt tot het inzicht dat we de kansen van waterstof moeten beschouwen op mondiale schaal; het zal moeten worden gemaakt waar duurzame elektriciteit volop beschikbaar is.
Deze kanttekeningen hebben netbeheerder Stedin niet tegengehouden om te experimenteren met waterstof voor gebouwen. Op Ameland voegt het bedrijf al 20% waterstof toe aan het aardgas. In Rozenburg experimenteerden ze vijf jaar lang met synthetisch aardgas. Momenteel zijn ze samen met Alliander en Enexis bezig met een nieuwe proef.
Stedin analyseert nu 3500 buurten om erachter te komen wat de beste aanpak zou kunnen zijn, zo legde medewerker Albert van der Molen uit. ‘In sommige buurten ligt het ’t meeste voor de hand om het huidige gasbuizenstelsel te benutten, met een duurzame vorm van gas. Er zullen ook buurten zijn waar pas in 2045 duidelijk wordt wat daar gaat gebeuren.’
Van der Molen ziet de energietransitie als een grote puzzel, waarbij we beginnen, stap voor stap dingen laten zien en dan ontdekken waar we tegenaan lopen, bijvoorbeeld in de wet- en regelgeving. Deze hobbels moeten we gaandeweg de energietransitie oplossen, is zijn overtuiging.
Tags: