Valuta voor Veen in provincie Utrecht: kansrijk en complex

januari 20, 2020

Valuta voor Veen in provincie Utrecht: kansrijk en complex

Door landelijke gebieden te ‘vernatten’ komt er minder CO2 vrij uit het veen. Die vermindering kan de eigenaar verkopen in de vorm van CO2-credits: ‘Valuta voor Veen’. Uit een marktverkenning door de NMU blijkt dat deze methode in de provincie Utrecht kansrijk is. Bedrijven en overheden zijn enthousiast; mogelijkheden voor samenwerking met boeren worden verder bekeken.

Valuta voor Veen is een regionaal systeem voor CO₂-compensatie door de uitstoot van het veenweidegebied te beperken. Grondeigenaren, zoals melkveehouders, in het veenweidegebied nemen op hun bedrijf maatregelen om hun percelen te vernatten. Daarmee wordt bodemdaling en CO₂-uitstoot voorkomen. Deze vermindering van CO₂-uitstoot kan worden verkocht in de vorm van CO₂-credits  aan bedrijven, overheden en burgers die op vrijwillige basis hun CO₂-uitstoot willen compenseren. Voor de uitvoering van dit model is landelijk een methode opgesteld, die drie verschillende vernattingsmaatregelen bevat:

  • Ophogen van slootwaterpeil (met behoud van agrarische functie van de gronden)
  • Ophogen van slootwaterpeil in combinatie met natte teelten (bv. lisdodde)
  • Ophogen van slootwaterpeil in combinatie met natuurontwikkeling.

De NMU is al enige tijd bezig met het onderwerp Valuta voor Veen. In 2018 hebben we een eerste korte verkenning uitgevoerd onder o.a. overheden en kennisorganisaties. Daaruit concludeerden wij dat Valuta voor Veen een kansrijk model is voor het Utrechtse veenweidegebied. Vervolgens hebben we een bredere marktverkenning uitgevoerd onder grondeigenaren en mogelijke afnemers van de CO₂-credits. We hebben bijna twintig gesprekken gevoerd met boeren, natuurorganisaties, bedrijven en overheden. We vroegen de diverse partijen of ze animo hadden om deel te nemen aan Valuta voor Veen en zo ja, onder welke voorwaarden. Uit deze verkenning komt een wisselend beeld.

Veel interesse bedrijven en overheden

Een groot deel van de bedrijven en overheden waarmee we spraken, heeft veel interesse in Valuta voor Veen. Ze zetten volop in op verduurzaming en de compensatie van CO₂-uitstoot is onderdeel van die verduurzamingsstrategie. Dat Valuta voor Veen een regionaal karakter heeft en dat ze er bovendien andere thema’s aan kunnen koppelen, zoals biodiversiteit, spreekt deze organisaties extra aan. Er is dus zeker een potentiële markt voor CO₂-credits uit het Utrechtse veenweidegebied. Ook natuurorganisaties kijken met interesse naar Valuta voor Veen. Zij zien het als een mogelijke financieringsbron voor de aanleg van natuurgebieden. Zij denken daarbij bijvoorbeeld aan het verder ontwikkelen van natte teelten, zoals lisdodde.

Melkveehouders: voorkeur voor andere maatregelen

Onder de melkveehouders waarmee is gesproken, is er twijfel. Dit heeft vooral te maken met de aard van de maatregelen die nu in de Valuta voor Veen systematiek zitten. De melkveehouders twijfelen aan de effectiviteit hiervan. Ze hebben zelf wel ideeën voor andere maatregelen, die beter aansluiten bij de huidige bedrijfsvoering. Zij denken daarbij bijvoorbeeld aan maatregelen rond bodem- en graslandbeheer die bodemdaling kunnen voorkomen. Deze maatregelen zitten echter niet in de vastgestelde methode en kunnen dan ook nog niet ingezet worden voor Valuta voor Veen.

Al met al kansrijk

Al met al lijkt Valuta voor Veen kansrijk. Er is animo onder potentiële afnemers van CO₂-credits en een deel van de grondeigenaren. De samenwerking met boeren lijkt in ieder geval in Utrecht nog lastig. De maatregelen die zij voor ogen hebben, zijn nog niet onderzocht of goedgekeurd voor de Valuta voor Veen methodiek. We blijven de mogelijkheden van samenwerking met boeren wel steeds verkennen. Zou het een verdienmodel kunnen zijn voor de ontwikkeling van een meer natuurinclusieve landbouw?

Landelijk project

De NMU werkt ook samen met andere milieufederaties aan Valuta voor Veen. Vanuit de Klimaatenveloppe 2019 van het Rijk is er geld beschikbaar gekomen voor de gezamenlijke ontwikkeling van een platform voor de verhandeling van CO₂-credits via Valuta voor Veen. Met dit geld kunnen we ook 10 pilotprojecten ontwikkelen. Dit project wordt uitgevoerd in de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland, Overijssel en Utrecht. De projectleiding is in handen van de Friese Milieufederatie.

Twee pilotlocaties in Utrecht

De NMU wil in Utrecht twee pilotlocaties ontwikkelen. Daarbij zullen we gebruik maken van de uitkomsten en contacten uit de marktverkenning. We denken daarbij in eerste instantie aan een pilot met een natuurorganisatie.

De NMU-activiteiten rond Valuta voor Veen tot nu toe zijn mogelijk gemaakt door financiering vanuit de provincie Utrecht en het ministerie van Economische Zaken en Koninkrijksrelaties.

Tags: